zondag 6 februari 2011

La langue véhiculaire

Ik las deze avond nog even de kranten online. De Cd&V lijkt warm en koud te blazen, Gennez van de Spa lijkt bij te draaien (weet ze nu al dat er toch nieuwe verkiezingen komen?) en de PS zegt dat ‘Franstalig’ Brussel moet uitgebreid worden (enfin, alle Franstalige partijen zeggen dat).

En dat herinnerde me aan wat ik nog niet zo heel lang geleden hoorde van mijn ‘aangetrouwde oom’, de echtgenoot van mijn tante Béatrice zaliger (de zus van mijn vader).

Nadat mijn tante op 43 jaar was gestorven aan borstkanker, en vijf kleine jongens achterliet, vond mijn ‘aangetrouwde oom’ (met wie ik eigenlijk wel goed overweg kan, behalve over sommige onderwerpen: zie verder) een tweede moeder voor zijn kinderen. En met die vrouw kreeg hij nog een zoon.

Die jongen heeft talen gestudeerd (hij is vertaler en tolk, wat een hele prestatie is: ik ben alleen ‘romanist’) en spreekt heel behoorlijk Nederlands. En hij zoekt geregeld contact met mij. Zijn ouders trouwens ook. Maar om de een of andere reden proberen ze ervoor te zorgen dat die jongste zoon niet meer aanwezig is als ze ons ontvangen. Eens vertelde de tweede echtgenote van mijn oom mij dat ze dat deed omdat anders haar zoon ons de hele avond opeist. Misschien. Maar haar zoon spreekt dan wel Nederlands met ons. En zij en mijn oom, raad eens welke taal?

Enkele jaren geleden is die laatste zoon (dus helemaal geen familie van mij, ondanks het feit dat hij mij wel beschouwt als een nicht) getrouwd met een mooie Braziliaanse. En mijn oom vond dat die vrouw dringend de ‘langue véhiculaire’ moest leren. Zijn jongste zoon werd opgedragen geen Portugees meer te spreken met zijn vrouwtje, en het vrouwtje moest absoluut Franse lessen volgen.
Gelijk had mijn oom: ze wonen in Louvain-la-Neuve, en daar spreekt men Frans. Wij spreken trouwens ook die taal als we bij hen op visite zijn.

Maar… Met mijn echte tante Béatrice, zijn eerste vrouw, heeft mijn oom ongeveer dertig (30!) jaar in Dilbeek gewoond. Een Vlaamse gemeente nota bene. En hij heeft nooit een letter Nederlands kunnen schrijven of spreken!

Hij ging er zelfs van uit  (zo ervoer ik dat toch toen ik dikwijls bij hen was ten tijde van de ziekte van mijn tante) dat Dilbeek eigenlijk Franstalig was… omdat er zoveel Franstaligen woonden.

1 opmerking:

  1. Ik vergiste me wel in deze post: mijn oom en mijn tante Béatrice hebben samen geen 30 jaar in Dilbeek gewoond. Vermits mijn tante overleden is op 43 jaar (en het koppel 'onkel-tante' ook eerst enkele jaren in Wemmel hebben gewoond (en ook daar alleen Frans sprak), kunnen ze niet zoveel jaren in Dilbeek gedomicilieerd zijn geweest.
    Maar nu herinner ik me dat mijn oom nog ettelijke jaren in Dilbeek heeft gewoond met zijn tweede vrouw én dat ze me ooit verteld hebben dat ze 'omwille van te veel eisen van de Vlamingen' verhuisd zijn naar 'meer Franstalige oorden'.

    BeantwoordenVerwijderen