maandag 24 oktober 2011

Het relaas van Jean Nossin

Ik heb de tekst waar ik gisteren over sprak deze ochtend via e-mail aangekregen:

UIT DE TIJD DER VEULENSE MEESTERSCHOOL

Het was reeds Dinsdag 24 oktober 1944. Sinds 9 september waren de Duitse bezetters uit België terug geslagen. Amerikaanse vliegtuigen vlogen nu de ganse dag op en af van uit Brustem. Ons dorp lag immers in de grote draaicirkel voor de vliegtuigen die op de vliegbasis opstegen en landden. Dat was al zo sinds mei 1940 met de Duitse vliegtuigen en nu met de Amerikaanse. Een Duits vliegtuig was niet meer te zien, wel kwam er zo om het kwartier een V 1 (Vliegende bom) met ratelend geknetter overdonderen met zijn vlammende vuurstaart. Die vliegende bommen vlogen dag en nacht met als doel de haven van Antwerpen te bombarderen.

Tijdens de lesuren in de voormiddag van die dinsdag, 24.10.1944 hoorden we in de meesterschool. eigenlijk liever het vliegtuiggebrom en het krakend geratel der V 1’s dan de strenge stem van de lesgevende meester Florent Cordie.

Twaalf uur en we mochten naar huis om snel te gaan eten. Ook de meester ging dan in zijn ouderlijk huis eten. Om 1 uur moesten we terug in school zijn voor de namiddaglessen.

Omdat we graag nog wat speelden op het dorpsplein, kwamen de meeste van ons na een goed half uurtje al terug op het dorpsplein. Wij speelden een partijtje voetbal met een papieren bal. Een rubberen bal was niet te krijgen en dus behielpen we ons al gans de oorlog met een bal uit hard opeen gefrommelde kranten die door touw bij elkaar werd gehouden.

Het constant geronk van de vliegtuigen boven ons hoofd van het vliegveld in Brustem waren we zo gewoon geraakt en dus kreeg de bal veel meer onze aandacht… tot we aan de hoek van de kerkhofmuur de meester zagen terugkomen met de deursleutel al in de hand. Nog even naar de vliegtuigen en hun capriolen gekeken en daar gebeurde het…

De meester stak de sleutel in het slot van de voordeur en draaide de sleutel maar bleef dan stokstijf staan. Hij staarde boven de rij jongens heen naar de lucht waar een akelig huilende motor zich liet horen. Al de jongenskoppen draaiden zich automatisch in die richting en zagen een vliegtuig in de richting van Gutschoven uit de lucht vallen in steile duik, die dan overging in een warrelende spiraal. Het vliegtuig viel neer… doffe plof... en een zware rookkolom steeg op over de bomen in het Seurveld. De meester hoefde de deur niet verder open te stoten want de hele rij jongens was lopend verdwenen in de richting van de rookwolk en zag het protesterend gebaar van de meester al lang niet meer.

We liepen ons het hart uit de boezem naar die rookwolk toe. Het was zeker 1500 meter lopen eer we aan de rand van de weide raakten van waarop achter hoge doornhagen de vlammen opsloegen. Enkele jongens hadden in een canadastrook voor de weide reeds de afgeworpen “canopy”, de micakoepel van het vliegtuig, ontdekt. Stukken mica was een schat waar de jongens van alles konden mee aanvangen. Het brandde stinkend als een fakkel als je er een lucifertje aan hield en als je hem niet aanstak kon je er van alles mee maken. Je kon er kruisjes met Belgische driekleur mee maken en die om je hals hangen; je kon er dito ringen uit vijlen of je kon een stuk mica ruilen voor knikkers.

De meeste jongens echter waren nieuwsgierig de appelweide van boer Swennen binnengestormd waar zo’n honderd meter na de omheininghaag het wrak lag te branden. Er was al wat volk verzameld in de weide, vooral mensen die op de nabije velden aan het werken waren en kinderen van Gutschoven die vanaf de “bek” dwars door de weiden waren gelopen en dus rapper bij de valplaats waren dan die van Veulen.

Pats..pats.. pats, harde knallen deden de mensen opschrikken. De vliegtuigmunitie, ganse mitrailleurbanden met punt 50 kogels, lag in dat vuur te schroeien. Regelmatig ontplofte zo’n kogel door het barsten van de hulzen; Pats…Pats…Pats!!

Men probeerde zoveel mogelijk de mensen weg te houden van het brandend wrak wegens die ontploffende kogels. Probeer echter maar eens de jeugd weg te houden van de plaats waar zoveel interessante dingen voor het grijpen lagen.

Twee appelbomen verwijderd van het wrak, lag iets dat uitzag als een witte pilotenhelm besmeurd met een bloederige brei; Een meter verder lag een afgehakte gehandschoende mensenhand in het gras. Naast het brandend wrak en gedeeltelijk nog in het brandend inslaggat lag een wit stuk doek, vermoedelijk het ongebruikte valscherm, waarvan de boord ook door vuur was aangetast.

Het was voor iedereen, ook voor ons jonge knapen, duidelijk dat de onfortuinlijke piloot tevergeefs geprobeerd had zijn vliegtuig te verlaten maar in zijn vliegtuig het leven had gelaten.

Ondertussen was een legerjeep en een Amerikaanse G.M.C.-camion met een vijftal Amerikaanse soldaten de weide binnengereden. Zij begonnen aanstonds het publiek uit de weide te verwijderen. Van tussen de gaten in de doornenhaag bleven we nog een tijdje kijken naar die Amerikaanse soldaten die rond het gevallen vliegtuig bezig waren en rondom verspreide stukken, zoals die witte pilotenhelm en die gehandschoende hand, bijeenraapten en samenbrachten in een lijkzak.

De werkzaamheden die we van achter de haag konden bekijken, interesseerden ons niet lang en stilletjes aan trokken we in groepjes terug naar het dorp. De namiddag was al ver gezet en naar school gingen we liever niet meer.. want de meester zou zeker niet mals zijn voor onze desertie.

Onderweg waren we al aan het onderhandelen om een stukje mica te kunnen vastkrijgen van hen die er eentje hadden weten te veroveren. De prijzen waren heel hoog en een klein stukje van tien vierkante centimeters kostte minstens twintig glazen knikkers of vijftig aarden. Dan gingen we met een knagend ongerust gevoel naar huis…

Jean NOSSIN

ANTWOORDBRIEF van Marty RYAN Gordon DIARD

26 september 2005

Aan Rudi SIMMONS

Eldersbroek, 42

37OO s’HERENELDEREN

BELGIUM

Beste Rudi,

Ziehier der korte levensbeschrijving die ik kon samenrapen uit de herinneringen van hen die Gordon gekend hebben als kind en als jonge man.

Onze foto’s zijn beter dan onze informatie..

Ik kan U vertellen dat mijn moeder hem verafgoodde en nooit zijn dood volledig is te boven gekomen.

Mijn broer Gordon is naar hem genoemd.

Ik hoop om van U nog wat te vernemen. Laat me graag weten of we uiteindelijk nog iets anderzijds kunnen doen.

Mijn broers en zus waarderen uw inspanningen en hopen eveneens dat het, voor een of meer van ons, mogelijk zal zijn de opening van het geplande gedenkteken te kunnen bijwonen.

Hartelijk dank voor al uw inspanningen om de piloten die tijdens oorlog vochten eervol te gedenken.

God zegene U en uw familie.

Uw toegenegen

(get.à

Marty RYAN.

LEVENSLOOP VAN GORDON.R.DIARD

*GLENDALE(USA) 8.8.1924 +VEULEN(BELGIUM) 24.10.1944

Gordon DIARD was de zoon van Napoleon en Violet DIARD. Hij was geboren op 8 augustus 1924 en had een zuster,Marie Lucille DIARD,geboren op 16 mei 1928.

Zijn moeder, Violet, benam zich het leven, vermoedelijk als gevolg van een postnatale depressie, een niet opgespoorde kwaal die destijds niet werd verzorgd.

Na haar dood gaf “Nap”, zoals hij was geheten, de kinderen in opvoeding bij zijn zuster. Valentine was getrouwd met Sam BERTEL en bracht haar leven door in SAN-FERNANDO-VALLY. Gordon kreeg alzo een stiefbroer bij,Edward BERTEL.

Gordon liep school in de stad SAN FERNANDO; Zijn tantes en onkels van vaders kant kregen hem dikwijls op bezoek in GLENDALE. Bij een van zulke bezoekjes redde Gordon zijn neefje Pat, toen twee jaar oud, van verdrinking in een achtergelegen beek.

Pat’s herinneringen aan Gordon waren deze aan een gelukkige jonge man met grote schitterende ogen.

In de Hogeschool van San Fernando speelde Gordon mee in de band en stapte mee op in de befaamde Rose Bowl parade in PASSADENA op Nieuwjaarsdag.

Na voltooiing van zijn studies verhuisde hij naar SAN FRANCISCO om bij zin vader te leven en kort daarop ging hij in dienst bij het leger.

Gordon was al altijd geïnteresseerd in “vliegen” en werd legerpiloot. Zijn dood was een schok en vooral tragisch vuur zijn zus Marie die al zoveel in haar jonge leven had meegemaakt.

OPGRAVING EN MEDEWERKING AAN OPRICHTING VAN GEDENKTEKEN te

VEULEN(HEERS) op 23 oktober 2011

Rudi SIMMONS : leider van de opgravinggroep die in 1989-1990 de opgravingen van het neergestorte vliegtuit organiseerde en daarna de briefwisseling voerde met Amerikaanse instanties en resterende familie. Hij meldde daarin de opgravingen en de mogelijke planning om in Veulen een gedenkteken op te richten als eerbetoon aan alle neergestorte oorlogspiloten.

PILOOT : D I A R D Gordon R. Amerikaans staatsburger

Militair van de Amerikaanse Luchtmacht, 9e aircorps, 492 Ftr, 48 tr.

1e luitenant vlieger USAAF, testpiloot, Stamnummer O-81598

Marty RYAN :Achternicht van de op 24.10.1944 te Veulen gevallen piloot, Gordon R.RYAN,

Opgravinggroep: Een vriendenkring van een achttal personen die de plaatsen der neergestorte vliegtuigen opspoorden en indien mogelijk de berging der overblijfselen van het vliegtuig

deden met de bedoeling tot oprichting van een gedenkteken en/of met de wrakstukken een museum van oorlogsarcheologie tot oprichting te kunnen vestigen.

Vliegtuigtype Republic .P47C THUNDERBOLT/USAAF : Zwaarste jachtbommenwerper tot dan toe (1943). Sterke Pratt & Whitney ster-motor R-2800 double wasp achttien cilinders. Snelheid : 697 Km/u op 10.000 m. hoogte. Vierbladige schroef van 3,17 meter hoogte. Vier .50 mitrailleurs(12,7mm browning) in elke vleugel . Volle brandstofvulling bij start :1.355 liter. Aan elke vleugel een bom van 225 Kg. of een tiptank met brandstof van elk 758 liter.

Het toestel werd op 17 augustus 1943 ingezet om het eerste gedeelte der B17 bommenwerpers te begeleiden bij de zending naar SCHWEINFURTH (Duitsland)Het toestel had een vleugelbreedte van 12.4 met, besloeg 27.87 vierkante Meter oppervlakte, Was 11 meter lang, 4.3oo meter hoog,,. Leeg gewicht woog het 4.850 kg. en geladen 8.800 kg. Het kon tot 12.000 meter stijgen en de snelheid bedroeg 690 Km/u en 887 km/u in duikvlucht.

De mitrailleurboxen werden geladen met elk 350 pond munitie.(.50)

Betrokken vliegtuig : Amerikaans jachtvliegtuig van het type P.47 THUNDERBOLT

behorende tot het 48e smaldeel van de 492e Amerikaanse Luchteenheid met basis op het vliegveld van BRUSTEM. Het betrokken vliegtuig was nieuw en had slechts 18 uur en 35 minuten gevlogen toen het neerstortte. Op het ogenblik van de crash was het in testvlucht en iets daarvoor meldde de piloot per radio aan een gelijktijdig vliegend toestel dat hij bijna geen brandstof meer had en binnen vijf minuten terug op de basis zou landen. Bij de mitrailleurs waren 2.200 riemen .50 kogels geïnstalleerd en de wapens opgeladen,

Verhalend verslag der onderzoekers

Rond 14.40 uur (Amerikaanse tijd = 13.40 Plaatselijke tijd), op 24 oktober 1944, werden we door de Belgische politie op de hoogte gebracht dat er een “crash” was geweest op ongeveer acht mijlen O.Z.O. van het vliegbasis (BRUSTEM). Ik vertrok onmiddellijk met een ambulance en een brandweerwagen.

Het vliegtuig, P47(Bubble Canopy) bevond zich in een klein bebost veld en was gevallen tussen bomen van ongeveer 70 voet hoog. Geen enkele van de bomen vertoonde tekens van beschadiging en volgens de positie van het vliegtuig kon er worden uitgemaakt dat het neerkwam in een hoek van niet minder dan 80%. Het vliegtuig bevond zich helemaal onder de grond. Er was een smeulend vuur ter hoogte van de motor maar het was niet geblust.

We waren in de mogelijkheid de staat aan te duiden en vonden het nummer 2-28621. De burgers samen met een plaatselijke pastoor hadden enkele overblijfselen van de piloot uit het vliegtuig weggenomen. De parachute was geopend geweest en lichtjes verbrand. Het was duidelijk dat de parachute geopend was door het ongeval en niet door een poging tot openen.

Toen het vliegtuig voor het eerst werd waargenomen door de burgers was het in een diepe duikvlucht. Volgens een rapport viel het in spinval. Het vliegtuig brandde niet in de lucht, ook werden er geen rondvliegende stukken gezien, uitgezonderd het cockpitdak of “canopy”.

De canopy lag ongeveer 400 yards van het wrak en de ontsnappingsarm was gebruikt.

Burgers meldden dat er geen enkel ander vliegtuig werd opgemerkt in de onmiddellijke omgeving. Ze waren niet in de mogelijkheid om de hoogte in te schatten

( Get.)

HAROLD L.MONEELY

Majoor, Luchtcorps,

Onderzoeksofficier.

VASTSTELLING

  1. Vliegtuig p-47D-28RA, AC Nummer 42-28621 met motor R-2800-69 AC nummer FP-00394, Curtiss electric propeller, stortte 24 oktober 1944 neer ongeveer 8 mijlen van de basis(A-92).
  2. Originele waarde van het toestel §103.855.00

Geschatte waarde op het ogenblik § 00.000.00

  1. Dit vliegtuig was op een onderhoudsvlucht en keerde terug naar de basis, de benzine was aan het minderen (was laag) volgens het laatste radiorapport van de piloot. Het vliegtuig stortte neer door ongekende redenen en had de volledige vernieling als gevolg.
  2. Gezien de aard van de schade besloot de deskundige officier het vliegtuig niet conform met de voorschriften van ETOCSA, circulair 86, par.7, gedateerd 8 maart 1943, af te danken

Belgische politiemensen werden ter plaatse gelaten om het wrak te bewaken totdat er de juiste zorg kon worden gedragen door het H.P.S. en een onderhoudsploeg.

( Get.)

JOHN A.MARSHALL

Kapitein, Luchtcorps,

(Stukken uit het Engels vertaald door J.NOSSIN)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten