woensdag 16 mei 2012

Uitvaart van Marc Cuypers

Ik ken Marc niet persoonlijk, maar zijn zus heeft veel over hem verteld. En omdat ik haar verdriet voelde, wilde ik er deze ochtend bijzijn voor het afscheid.
Het was een serene, diepzinnige, ontroerende en tegelijk troostende mis. En, eerlijk gezegd, nu ik de laatste tijd zoveel uitvaarten heb meegemaakt, zowel buiten als in een kerk, moet ik toegeven dat deze laatste vorm voor mij toch meer steun en troost biedt.

Oké, Hendrik, jij zult me zeggen dat we onszelf iets wijsmaken. Ik ben overtuigd van niet.

Tijdens de dienst en misschien omdat Marc nog zo jong is (amper 45 jaar) voelde ik heel intens waarom “partir, c’est mourir un peu” zoals ze in het Frans zeggen. Je moet de overgegane  loslaten, net zoals je je kinderen op een zeker ogenblik moet loslaten (dat staat al in de Bijbel! En precies die verzen werden vandaag voorgelezen: een kind moet vader en moeder verlaten om verder te gaan met zijn eigen leven). Ik besefte wel dat het vervolg van de Bijbeltekst in dit geval belangrijker werd geacht door de heel fel aangedane vrouw van Marc: “Het kind moet zich verenigen met zijn man/vrouw en die eenheid mag geen mens teniet doen”.

Ik vermoed (ik ga, “kindjes”, er nog steeds van uit dat ik gelijk heb hé) dat de eenheid niet verbroken wordt omdat je de overgegane loslaat. Dat voelen wij toch ook: al gaat ieder verder met zijn eigen ontwikkeling, als het nodig is, zijn we er nog voor elkaar, of niet?

De zus van Marc had de ongelooflijke moed enkele prachtige “woordjes” uit te spreken! En, wat ik niet wist, Marc uitte zijn gevoelens ook in dichtvorm. De priester las een gedicht van hem voor, waarin hij in eenvoudige maar pakkende woorden en ritmische zinnen zijn liefde voor zijn vrouw bezingt.

Later, toen ik tijdens de koffietafel, na twee broodjes te hebben verorberd, even buiten – in de zon! - een sigaret ging roken, kwamen de zus en de heel lieve vrouw van Marc ook naar buiten. Ik vroeg hen of ik die woorden mocht publiceren. En dat mocht:

Jij werd mijn baken in de nacht

Ik vond mijn moed, mijn eer, mijn kracht.

Jij werd de bron die mij laaft

Ik werd gehecht, verknecht, verslaafd

Luxe, weelde, pracht en praal. Het doet me niets, het blijft zo kaal

Smaragden, diamanten, zilver of goud. Het zegt me niets het lijkt zo koud

Jij kan me treffen, mij beroeren

Jij kan me raken, mij vervoeren

Mijn zinnen, mijn gevoel naar jou gericht

Mijn liefde, mijn warmte aan jou verplicht

(Marc Cuypers)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten