maandag 30 juni 2014

Afwachten en rondkijken

Geen regen meer vandaag, integendeel, zelfs mooi weer hoewel de temperatuur in de schaduw de 22°C amper haalde. Ik ontbeet op het terras, in de zon die al krachtig scheen. Ik “propte” me zo vol als mogelijk met fruit, yoghurt, een hompje brood, kaas en hesp en kreeg de kans een nectarine, enkele druiven en een stukje kaas in mijn tas te laten verdwijnen. Roger vraagt me of ik dat geen diefstal noem… Ik heb erover nagedacht en ik denk van niet. Andere mensen eten veel meer dan ik van dat buffet en betalen net hetzelfde. En ik raak zelfs niet aan de croissants, de chocoladebroodjes, de tortilla enzovoort.

Daarna een telefoontje naar Roger. In feite om hem te ontgoochelen: rond 10 uur nog steeds geen nieuws van de verzekering… En Roger die zo verlangt naar die repatriëring!

In afwachting dat ik de bus naar het hospitaal kon nemen, ging ik  wandelen in de richting van de oude stad. Ik ging even de serene  kerk “Saint-Pierre le Guillard” binnen en besefte bij het buitenkomen dat het tijd was om naar de bushalte te lopen. Op dat moment ging mijn mobieltje over: de verzekering. Ze zouden deze middag contact opnemen met de geneesheer in Bourges om de repatriëring te regelen.

Ik was iets voor het begin van het bezoekuur bij Roger (en deze keer werd ik binnengelaten). Hij was duidelijk blij mij te zien en wilde bijna meteen even gaan wandelen. Terwijl we rondliepen in dat labyrint van een ziekenhuis en uiteindelijk terechtkwamen bij de bankjes vol rokers aan de ingang, bespraken we dat telefoontje. Betekent het dat we morgen worden overgebracht, vroeg Roger zich af. Ik wist het niet.

Nadat ik een sigaret had gerookt, liepen we terug naar de kamer, waar Rogers buur een poosje later zich duidelijk zorgen maakte over zijn vrouw. ‘Maar,’ zei hij, gelaten, ‘Gezien mijn leeftijd loop ik sowieso op mijn einde en als ik verdwijn moet ze wel in dat rusthuis blijven!’

Roger en ik liepen nog enkele keren rond in het ziekenhuis: het is duidelijk dat hij aan meer beweging toe is (en hopelijk is hij voortaan niet meer boos op mij als ik hem na een poosje internetten aanspoor wat beweging te nemen:-) en we genoten telkens even van de zon vlak buiten het hospitaal.

Iets voor het avondeten kwam een verpleegster zeggen dat er contact was geweest met België en dat de repatriëring voor woensdag zou zijn. Weer ontgoocheling: we hadden echt gehoopt dat het voor morgen gepland zou worden…

Tussen haakjes gezegd, hoewel het daar, paradoxaal genoeg, voor mij moeilijker zal worden om bij Roger te geraken als hij in Sint-Truiden wordt gehospitaliseerd! Hier heb ik een bus op zes minuten lopen van het hotel, die stopt aan de ingang van het ziekenhuis. Daar zal ik weer elke dag de belbus moeten bestellen om een verbinding te halen Borgloon-Sint-Truiden!

Roger en zijn buur waren aan het avondmalen toen ik ze verliet. Wat hier ook mankeert in de ziekenhuiskamers (buiten een gordijn tussen de twee bedden om af en toe voor wat privacy te zorgen!) is een gemeenschappelijke tafel  zodat de twee patiënten samen zouden kunnen eten eens ze wat beter ter been zijn. Nu  eten ze noodgedwongen rug aan rug, elk gezeten op de rand van zijn bed, aan de meest vrije kant. Het is een ongelooflijk gezicht bij elke maaltijd: ze lijken wel twee grote kinderen die aan het mokken zijn. Heel dat ziekenhuisgedoe lijkt me hier zo primitief voor toch een geciviliseerd land!

Deze keer bestond hun eten uit: soep, quiche Lorraine (vet, ik weet het, maar het was een bescheiden portie, net genoeg om de nodige proteïnen binnen te krijgen), veldsla met een slasaus, kaas en fruit. Altijd weer hetzelfde stramien, net zoals de Fransen aten  in de jaren 60 van vorige eeuw. Alleen, ik val in herhaling, zorgen ze niet voor hetzelfde  in de cafetaria. Gelukkig had ik voor mezelf voldoende fruit bij (en had Roger zijn perzik van deze middag voor mij bewaard – omdat hij die zelf te rijp vond).

Ik nam dus de bus terug tot op zes minuten lopen van het hotel. De busdiensten lijken me dan weer beter georganiseerd dan bij ons (behalve op zondag, zie gisteren). Je krijgt elke halte op voorhand aangekondigd en praktisch overal kun je een plattegrond krijgen waar je de rit kunt op volgen.

Het hotel bleek bomvol te zitten (en ik bedenk ineens dat ik ben vergeten de verlenging van mijn verblijf tot woensdag, dat ik vanuit het hospitaal telefonisch had gevraagd, te bevestigen toen ik hier aankwam! Ach, het zal wel in orde zijn zeker?). In de eetkamer was geen plaats meer, maar als ik er zin in had, mocht ik me op het terras installeren. Dat deed ik dus maar.
Zoals elke avond kreeg ik (heel lekkere) rillettes van gevogelte aangeboden terwijl ik wachtte op de bediening. Deze keer echter kreeg ik er twee porties van: het was zo druk dat ik inderdaad vrij lang moest wachten op mijn “salade niçoise” waarmee ik zeker zou voldoende gegeten hebben.

Terwijl ik die rillettes op de aangeboden toastjes lepelde, kreeg ik een bericht binnen van de verzekering. In feite alleen om te bevestigen wat die verpleegster ons al had verkondigd: repatriëring woensdag, en, toch een detail meer: per ambulance.

Daar hadden we het ook over gehad, Roger en ik, tijdens onze wandelingen in en rond het ziekenhuis. Normaal gezien was ik van plan in twee keer naar huis te rijden vanuit Aubigny. En hier in Bourges, zijn we ongeveer 50 km verder van huis dan in Aubigny! Dat betekent een rit van ongeveer 600 km. Als dat in één trek gebeurt, is het beter dat Roger zijn benen niet “hangen”, ondanks de steunkousen die hij heeft aangemeten gekregen. En is een ziekenwagen voor hem dus de goede keuze.

Maar… als ik hem tijdens onze reizen altijd vraag (vaak tevergeefs) om alsjeblieft om de twee uur een poosje te stoppen, is dat ook voor mijn benen die na die tijd beginnen pijn te doen. En ik heb geen steunkousen! :-(

Afijn, we zien wel. Morgen ga ik wel zorgen voor wat fruit en knabbeltjes (noten) voor onderweg woensdag.

Al wachtende op mijn salade (die inderdaad voldoende was voor mijn maag en me eindelijk heel veel groenten bezorgde) observeerde ik de mensen rondom mij. Een koppel (ik denk niet veel ouder dan Roger en ik) intrigeerde me. Hij nam een kwart liter wijn, zij alleen water bij haar eten. Zij was bezig dat ze dat al veel vond, die twee glaasjes wijn voor hem! Maar daarna namen ze allebei een dessert boordevol suiker, en daar leek mevrouw geen bezwaar tegen te hebben (zoals ze het goed had gevonden toen haar man als voorgerecht een bord vol “charcuteries” nam). Wel vond ze, toen we om 21:30 uur samen in de lift stonden (normaal neem ik de trap, maar ik nam zelf de rest van mijn “pichet de vin” mee naar mijn kamer en dat was een beetje lastig op de trap), dat het heel laat was geworden: ze was moe en zou snel gaan slapen. ‘’Ik ben helemaal niet slaperig,’ reageerde haar man kregelig en zij: ‘Jawel, weet je wel hoe veel we gereisd hebben vandaag?’.

Ik dacht in mezelf: ‘Jessy, word a.u.b. nooit zoals die vrouw tegenover haar man!’ (ik zag hem vol “goesting” kijken naar de karaf wijn die ik in die lift bij me had en die hem duidelijk verboden werd)!

En daarna zei ik tegen mezelf: ‘Oké, jij ontneemt Roger niet de geneugtes waar hij van houdt maar ben je niet op een andere manier bezig de baas over hem te spelen als je nu al zegt dat je strenger gaat worden wat zijn bewegen betreft?’

Die vrouw denkt immers ook dat ze goed doet door haar man wijn te ontzeggen (en sigaren of sigaretten – ik hoorde daar iets over tijdens mijn diner) en door hem toch toe te laten zoetigheden en een bord vol vleeswaren te eten!:-(

Geen opmerkingen:

Een reactie posten