vrijdag 27 juni 2014

Weer vanuit mijn hotel

Ik beeldde het mij niet in: ik zit echt liever op een camping dan op hotel. Het (pseudo: ik had het vorige nacht veel te warm en heb dus heel slecht geslapen) comfort op hotel weegt voor mij niet op tegen de vrijheid en de gemoedelijkheid van een camping.

Deze ochtend ging ik rond 8 uur ontbijten. Een heel buffet voor 9,50 euro, waar ik amper kon van genieten met mijn mussenmaag. Had veel zin om enkele zaken mee te nemen voor ‘s middags… Maar dat doe je nu eenmaal niet. Voor mensen die zich met de keuzes uit zulke buffetten kunnen volproppen tot ‘s avonds is die formule natuurlijk wel interessant (ik denk dus voor Roger ook) maar voor mij…

Dus liep ik daarna even naar het warenhuis om de hoek, en kocht daar voor deze middag een komkommersla met platte kaas, enkele bananen en… Plastic vorken. Toen ik terug in de kamer kwam, besefte ik dat deze toch nogal dure kamer geen koelkast biedt! En mijn slaatje moest gekoeld bewaard worden. Ik legde het pakje dan maar op wat ik dacht de koelste plek te zijn en ging even de stad in. Ik had immers gemerkt dat ik niet ver logeer van het paleis van Jacques Coeur dat we bezochten in, denk ik, 1983. In de zon was het al heel warm, in de schaduw was het fris dankzij een briesje. Rond 12 uur nam ik de bus naar het ziekenhuis, waar ik om 12:45 uur aan de kamer van Roger stond, maar werd tegengehouden door een verpleegster: ik mocht pas binnen een dik half uur terugkomen. Dan maar wat gelummeld rond het hospitaal. En bang geweest dat mijn slaatje slecht zou worden.

Rond 13 uur liep ik weer het ziekenhuis binnen, ontmoette daar een buur van Roger (van op de afdeling spoedgevallen) die me aansprak en met wie ik nog een hele tijd praatte (hij mocht naar huis) en om 13:20 uur stond ik opnieuw aan de deur van Rogers kamer. Hij werd toen net weggebracht voor een doppleronderzoek van de benen. Eindelijk: ik vermoedde immers al lang dat zijn lange staties voor de pc thuis, en onze soms te lange ritten flebitis konden veroorzaakt hebben. De vorige keer dat Roger een embolie kreeg, dacht men ook aan zijn benen als oorzaak, maar toen is er niets gevonden.

Ik was net mijn (nog niet slecht geworden) komkommersla aan het eten met een plastic vorkje toen een verpleegster mij kwam halen. Ik krijg dan altijd een kleine paniekaanval (het is niet omdat ik er luchtig over doe dat ik niet besef wat een embolie is!)

Het ging echter alleen over Roger die mij miste en had gevraagd of iemand mij wilde gaan halen. De lieverd!

Er werden inderdaad bloedstolsels in de benen aangetroffen. De medicijnen die hij nu krijgt werden een klein beetje aangepast (in feite krijg je voor een embolie hetzelfde toegediend als voor flebitis) maar Roger zou nog steeds moeten blijven liggen.

Hier een kleine parenthese. Ik weet dat de standaardbehandeling tegen flebitis platte rust is. Mijn vriend uit de “Ardenne profonde” vertelde mij echter een aantal jaren geleden (toen hijzelf een flebitis kreeg na een vliegtuigreis) dat men tegenwoordig integendeel aanraadt veel te bewegen. Roger had zich dat blijkbaar herinnerd, want hij sprak erover en deze dokter zei dat het toch best was even niet te bewegen zodat de klonters weer niet naar de longen worden meegevoerd. Thuis zal ik echt eens moeten opzoeken wat nu wel de beste methode is om van die klonters af te geraken!

Terwijl ik mijn komkommers aan het opeten was (dus nog voor men mij bij Roger bracht) kreeg ik weer een telefoontje van de verzekering. De repatriëring zou niet voor maandag gebeuren (dat had ik al vermoed). En er wordt van mij verwacht dat ik ons kampeergerief opberg in de auto. Probleempje dus, ten eerste omdat als ik ‘s avonds de bus neem naar Aubigny, daar de spullen opruim (hopelijk vind ik iemand om mij te helpen, want bijvoorbeeld ons koelkastje is veel te zwaar voor mij), geraak ik niet meer in Bourges dezelfde avond… En heb ik in Aubigny geen tent meer om in te slapen. ‘Geen probleem,’ vond mijn gesprekspartner, ‘je neemt een taxi naar Aubigny en terug en de verzekering betaalt die terug’.

Zo zal ik het dus doen, alleen kon ik na dat telefoontje uit België niets meer doen met mijn mobieltje: geen krediet meer! :-(

Roger werd van Intensieve Zorgen overgebracht naar een gewone kamer. Hij ligt daar met een man van 90 jaar die in Aubigny woont! Ongelooflijk kloeke man voor zijn leeftijd (hij ligt daar omdat hij wat last heeft met de ademhaling). Hij vertelde ons hoeveel operaties hij wel heeft doorstaan, over zijn vrouw die al in een rusthuis zit (hoe triestig!), klaagde over het eten (te flauw) en ik vertelde hem dat bij ons het ziekenhuiseten veel minder gezond is (ik heb er weer op gelet: Roger kreeg vandaag alles bij elkaar zeker vier porties groenten, twee porties eiwitten - vis en ei, twee keer een beetje kaas, en zeker drie porties fruit. Hij klaagt wel over het ontbijt dat typisch Frans is: brood, boter en jam.

Over het eten in dat ziekenhuis kan ik dus alleen maar positief berichten. Maar… Tussen het bed van Roger en die man hangt er zelfs geen gordijn. Als Roger een gevoeg moet doen (op de pan dus) hangt hij voor zijn discretie af van de goodwill van zijn gebuur – die daar wel blijk van gaf, gelukkig!

De buur van Roger klaagde ook over de toestanden in de Spoedopname. Terecht! Zulke toestanden kon ik me echt niet inbeelden in een land als Frankrijk!

En het is duidelijk dat beiden zich tot en met vervelen (nee, zelfs daar geen wifi! Wel televisie – waar die man veel geld heeft voor betaald, en daarop eigenlijk, volgens beiden, niets interessants).

Terwijl ze allebei hun avondmaal aten (die man met hele lange tanden: zijn vrouw kookte zeker heel goed?) nam ik afscheid om de laatste bus te halen.

In het hotel liet ik eerst mijn verblijf verlengen tot maandag, liet ik een taxi bestellen tegen morgen 10 uur, en ging ik daarna iets eenvoudigs eten: voor 9,50 euro een gemengd slaatje en een kippenbil met weer sla en frietjes (die ik niet opat). Daarbij een kwart liter wijn (niet in de prijs inbegrepen: we zijn niet meer in Spanje hé!).

Terwijl ik daarna, terug op mijn kamer, met mijn linkerhand mijn laptopje bediende en heel veel mails vond, belde ik met de rechterhand naar Roger (van mijn kamertelefoon naar de telefoon op zijn nieuwe kamer, die ik daarstraks even was gaan laten activeren). 

Mijn liefje had mij al proberen te bereiken en men had hem gezegd dat ik in het restaurant zat.

Ondertussen heeft Hendrik wat geld op mijn GSM-account gezet en kan ik dus weer telefoontjes van de verzekering ontvangen. Nee, vrienden en “kindjes”, bellen jullie niet ook allemaal tegelijk! Ik heb dat geld immers nodig om onze repatriëring te regelen!:-)

Nu ga ik slapen. Ik ben wel niet de zieke, maar ik voel me heel moe! :-)

2 opmerkingen:

  1. Kan me je frustraties, stress en ongemak voorstellen... Alleszins een "serieuze boterham" om aan de toekomst te denken: is dergelijke formule voor verlof nog haalbaar? Denken heel veel aan jullie. Nog enkele dagen goeie moed en geduld!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Maar ik voel me helemaal niet gefrustreerd noch ongemakkelijk hoor, Nononc! Stress heb ik wel even gehad, hoewel ik eigenlijk opgelucht was toen ik eindelijk wist aan wat dat constante "ik ben te oud aan het worden voor zulke reizen" te wijten was: waarschijnlijk een vaag gevoel van onbehagen dat, zeker voor iemand die niet praatziek is, moeilijk onder woorden is te brengen.

      Als het aan mij lag, we bleven nu zeker hier... Echt. Ik heb hier mijn draai gevonden terwijl ik thuis weer moet opzoeken hoe ik het moet doen met de belbussen en zo. Maar kom, dat is dan weer een uitdaging en daar hou ik wel van. En voor Roger misschien iets leuker.
      Daar krijgt hij weer iets meer dan jam bij zijn ontbijt... Maar ook veel minder groenten en veel meer brood en aardappelen dan hier! :-)

      Verwijderen