maandag 18 september 2017

Over dialecten en literatuur op een rustige regenachtige dag

Buiten onze uitgebreide boodschappen niet veel gedaan vandaag. Om te beginnen regende het regelmatig pijpenstelen. En daarbij: ik was aan het wachten op de verbeterde versie van het boek over WOI.  Die moet immers nog eens nagelezen worden.

Helaas, geen mail gekregen van de zetter vandaag.

Dan maar, na een telefoontje met Nany, de nieuw aangekochte en gekregen boeken (die gelezen waren of waarvan ik dacht dat ik ze pas veel later zou lezen) opgeruimd en opgemerkt dat we veel te weinig planken hebben! 😉

Een boek, waar ik destijds al meteen te veel fouten in vond, ontsnapte aan het opruimen omdat ik het nog één kans wilde geven (Boudewijn Knevels heeft zijn jongste schrijfsel toevertrouwd aan dezelfde uitgever, vandaar). En... terwijl ik er nog even in bladerde, merkte ik op dat zelfs de vormgeving serieus te wensen overlaat (bladzijden met maar één regel bijvoorbeeld). Ik hoop maar dat Boudewijn een beetje, nee serieus, opvolgt wat er met zijn typoscript gebeurt!

Ook gelezen, onder andere in "Het Weerzien" van Nicci Gerrard (deel van Nicci French, en als je dit boek - door haar alleen geschreven dus - leest, herken je meteen haar inbreng in de boeken die ze samen met haar echtgenoot schrijft). Eerst wilde ik "Black Venus" van Jef Geraerts herlezen (ik had het in de jaren 70 gelezen) maar dat boek legde ik snel terzijde en staat nu op een plank bij de "opgeruimde" boeken. Het kon me echt niet meer bekoren: seks, seks en nog eens seks en een gebrek aan interpunctie dat maakt dat het heel onaangenaam leest.

Deze avond laat, na het beantwoorden van een paar mails, en omdat ik nog steeds geen bericht had ontvangen van de zetter, op mijn pc gekeken naar "Van Gils & Gasten", onder andere over Limburgse dialecten.

Ik vroeg me weer af vanwaar tegenwoordig die interesse, die bewondering zelfs voor dialecten. Ik heb het al vaker gezegd maar ik herhaal het nog even: dat vasthouden aan dialecten is nefast voor Vlamingen. Een Franstalige die Nederlands leert en daarna geconfronteerd wordt met een dialect waar hij niets van begrijpt, heeft geen respect meer voor de Vlaming in kwestie en beslist steevast dat de conversatie best verder gaat in het Frans (zeker als de Vlaming blijk geeft van zijn talenkennis).

Maar uiteindelijk hoorde ik in die uitzending hetzelfde zeggen als wat mijn mening is: dialecten zijn een deel van ons patrimonium dat moet bewaard worden, maar een dialect gebruiken doe je nu enkel tussen vrienden of in gezinsverband.
En het liefst enkel sporadisch, zou ik daar aan toevoegen, want wij Vlamingen moeten leren correct Nederlands te spreken (desnoods met een accent, dat kon en kan me als Franstalige absoluut niet schelen).

En.. al is het bewaren van die dialecten in allerhande "dictionnaires" ("diksjenêr" lees ik op de kaft van zo'n woordenboek dat wij in huis hebben) een vrij goed idee, ik vraag me af waarom niemand op het idee van Roger komt, of in het Heerse zijn idee uitwerkt (want hij heeft het daar al vaak over gehad): vermits het schriftelijk fonetisch weergeven van een dialectuitspraak heel moeilijk is, waarom niet werken met geluidsopnames?

Binnenkort wordt dat wel onmogelijk: de generatie voor ons is stilaan aan het verdwijnen en hun kinderen (zoals Roger - ikzelf heb nooit enig dialect gesproken) spreken dat dialect niet meer heel zuiver uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten